Home
 
Cursussen /rubriek/
streepjes

Leren > Cursus > Sociale vaardigheden > Feedback > Geven

Regels voor het geven van feedback

feedback

Feedback geven gaat een stuk makkelijker als je weet waarover je het wilt hebben en wat je wilt bereiken. Dat betekent dat je eerst bij jezelf te rade moet gaan. Wat is het precies waar je feedback op hebt? Waar stoor je je aan? Welk effect heeft het gedrag van je gesprekspartner op jouw functioneren? Welke voorbeelden kun je noemen?

Als je het antwoord scherp hebt, probeer je de feedback zó te brengen dat je gesprekspartner hem begrijpt. In heldere bewoordingen, neutraal geformuleerd zonder beschuldigingen.

Geef effectief feedback:

1. Beschrijf het gedrag dat je hebt waargenomen

Verlies je niet in generalisaties of in observaties van anderen; beschrijf alleen gedrag dat je zélf hebt waargenomen.

Voorbeeld:

Niet: "Jij komt altijd te laat op zakelijke afspraken"

Maar: "Toen we een afspraak hadden met onze belangrijke klant X, kwam je een kwartier te laat"

2. Geef aan welk effect dat gedrag op je heeft

Laat je gevoel spreken. Vermijd het opgeheven vingertje ("jij") en gebruik ik-boodschappen.

Voorbeeld:

Niet : "Jij loopt de kantjes ervan af en je gedraagt je onbeschoft."

Maar : "Ik krijg daardoor het gevoel dat je die afspraak niet serieus neemt. Het maakt mij onzeker en het weerhoudt mij ervan je bij het vervolg te betrekken."

3. Laat je gesprekspartner reageren

Geef de ander de gelegenheid te reageren. Check of je boodschap is overgekomen en of de ander zich in jouw waarneming herkent. Is dat niet het geval, licht je boodschap dan toe met aanvullende voorbeelden.

Voorbeeld:

"Begrijp je wat ik bedoel?"

"Kun je je dat voorstellen?"

4. Beschrijf het gewenste gedrag

Maak duidelijk welk gedrag je liever zou zien.

Voorbeeld:

"Ik vind het prettiger als we als team optrekken. Ik zou het fijn vinden om samen naar zakelijke afspraken te gaan zodat we vooraf een rolverdeling en gespreksstrategie kunnen afspreken. Dan voel ik me gesteund."

5. Verken oplossingen of achtergronden

Als je met je gesprekspartner op hetzelfde niveau zit, kun je op zoek gaan naar achtergronden en oplossingen. Neem de tijd. Stel open vragen. Zo geef je de ander de ruimte om zaken te verduidelijken of toe te lichten. Vul niet in wat je dénkt dat de ander bedoelt, hoed je voor interpretaties en stel je open en coöperatief op.

Door sámen te zoeken naar oplossingen en achtergronden, verwerf je draagvlak voor het vervolg. Je gesprekspartner voelt zich medeverantwoordelijk en zal zich ervoor inzetten afspraken in te lossen.

Open vragen:

Luister actief

In deze fase komt het erop aan actief te luisteren. Wat je gesprekspartner zegt biedt immers aanknopingspunten om tot een oplossing te komen.

Tips

Volgende pagina: Regels voor het ontvangen van feedback.


Bron: www.leren.nl/cursus/sociale-vaardigheden/feedback/geven.html

Copyright © 1999-2024 Applinet
Alle rechten voorbehouden
Colofon